VKVisie
Tijdschrift van de Vrij-Katholieke Kerk in Nederland

Vorige Home Boven Volgende

De Dans van Christus

Johan Pameijer

"Voor hij gepakt was door de wettenloze joden, die de wet werd voorgeschreven door een wettenloze slang, verzamelde hij ons allen en zei: 'Voor ik aan hen uitgeleverd word, moeten we de Vader zingen en zo weggaan naar wat ons te wachten staat' Hij beval ons een kring te maken terwijl we elkaars hand vasthielden. Hij nam plaats in het midden en zei: 'Antwoord mij met: Amen.' en hij begon te zingen: 'Glorie aan U, Vader' En wij die in een kring rondgingen antwoordden: Amen. 'Glorie aan U, Woord. Glorie aan U, Heilige. Amen. Glorie aan U, Geest. Glorie aan U, Heilige, Glorie aan U, Glorie, Amen. Wij prijzen U, Vader, Wij danken U, Licht, waarin geen duisternis woont'. Zo gingen ze voort, zich in een kring bewegend als dansende derwisjen. Geheel in trance zongen ze, want 'Voor het Al in de hoge moet men dansen, Amen. Die niet danst, begrijpt niet wat er gebeurt, Amen.'

Ja, wat gebeurde er eigenlijk, zo kort voor de kruisiging in een onderkomen dat lijkt op de fameuze avondmaalszaal. In de verte herinnert de mystieke rondedans aan de dans van Shiva, de Indische schepper-god. Zijn dans, temidden van het scheppende vuur, houdt de magische kringloop van leven en dood in stand, het spiralende ballet van wording naar vernietiging en van vernieting naar wording. Het is de archetypische dans van vernieuwing, het oerbesef dat ruimte en tijd te overwinnen blokkades zijn.

In navolging van Shiva danste ook de jonge Maria op haar kleine voetjes. Toen zij drie jaar was brachten haar ouders, Joachim en Anna, haar naar de tempel en de priester zette haar op de derde altaartrede en daar begon de kleuter te dansen "en het hele huis Israel kreeg haar lief," deelt het naar haar genoemde apokriefe evangelie mee. Ook haar dans was een scheppingsdans, want Maria is het aardse beeld van de Wereldmoeder, die werd afgescheiden van God de Vader en als min of meer zelfstandig wezen de kringloop van leven en dood in werking zette. Gelukkig dreef berouw haar terug in de armen van God en samen brachten ze het kind ter wereld, dat wij hierboven ontmoetten bij een mystieke rondedans.

De Twaalf Planeten
Jezus Christus danste, kort voor zijn veroordeling, met hetzelfde doel als zijn Indische voorbeeld Shiva. Met zijn scheppingsdans wijdde hij de schepping toe aan God. De onbekende auteur van de apokriefe Handelingen van Johannes waarin over de dans wordt verteld, voert een zeer mystieke Christus ten tonele, een ongrijpbaar wezen dat als de zon danst in de krans van zijn twaalf apostel-planeten. Hij zegt: "Als jullie wilt meedoen aan mijn reidans, moet jullie jezelf zien in mij die spreekt en nadat je gezien hebt wat ik doe, zwijg dan over mijn geheimenissen. Jij die danst moet begrijpen wat ik doe, omdat dit het menselijk lijden is dat ik zal lijden."

Zijn woorden zijn hoog mysterieus, onbegrijpelijk voor oningewijden. HIj noemt zichzelf hun bed om op te rusten en fluistert hun toe: "Wat ik schijn dat ben ik niet." De discipelen luisterden beduusd toe. Zij konden de grootheid van zijn manifestatie nauwelijks vatten. Toen hij zei: "Als je het lijden zou kennen, zou je het niet-lijden bezitten," voelde zij zich meegenomen in de monumentale gedachten van een superieure geest. Zwijgend dansten zij, tredend in de sporen van de twaalf planeten, die niet-vragend hun eeuwige rondedans doen.

Verboden Boeken
De tekst van de Handelingen van Johannes is door de Kerk verworpen. "Als historische bronnen zijn ze vrijwel waardeloos. In historisch opzicht tonen ze verwantschap met de heidense romanliteratuur, waarvan de erotische motieven tot ascetische worden omgebogen. Godsdienstig gezien behoren ze dikwijls op het terrein van de gnosis thuis," deelt Van Goor's Encyclopdisch woordenboek der godsdiensten onverbloemd mee. Deze mening is niet objectief. Zij berust op het vooroordeel, dat alles wat destijds niet in de bijbelse canon werd opgenomen onbetrouwbaar is. Het is zeer de vraag of wij er na twee millennia, na de vondsten van Qumran (Dode zee-rollen), Nag-Hammadi (gnostisch-christelijke bibliotheek) en Turfan (Manicheese geschriften), nog steeds zo kortzichtig mee mogen omgaan.

Deze geschriften zijn destijds welbewust aan de wereld onttrokken met het doel de kerkelijke leer als de enige waarheid te profileren. Maar het Christendom van weleer was evenals het Hindoeisme niet een enkele godsdienst, maar een smeltkroes van religieuse systemen romdom de centrale figuur van Jezus Christus. Tientallen generaties werden opgevoed met de onfeilbare bijbelse waarheid van de voor onze zonden gekruisigde Verlosser, die opstond uit het graf en ons de Heilige Geest als zijn afgezant zond. Zij bleven verstoken van andere interpretaties dan de gangbare. Onze generaties kunnen vrijelijk putten uit een ruim niet-bijbels aanbod van Christelijke getuigenissen, die achteraf even rechtsgeldig zijn als de bekende kerkleer.

De Handelingen van Johannes zijn evenmin als de Handelingen van Thomas, Petrus, Paulus en Andreas, de Openbaringen van Petrus en Paulus, de evangelien van de Nazorenen, Ebionieten, Hebreeen, Egyptenaren en het Evangelie van Nicodemus en de verschillende liederen en brieven, alsmede het boeiende boek 'De geboorte van Maria' geschreven als historische werken. De manuscripten circuleerden evenals die van de bekende vier evangelien in kleine, onafhankelijke groepen Christenen. Met elkaar weerspiegelen ze een grote variatie aan opvattingen.

Geen Kruisdood
Sommige, dichtbij de Griekse Mysteriewijsheid staande groepen Christenen, wisten zelfs helemaal niets van de kruisdood van Jezus. Zij beschouwden zijn openbare leven als een innerlijke scholingsweg en weken daarmee sterk af van de strakke kerkleer. Opmerkelijk is dat een zeer oud geschrift als het Evangelie van Thomas helemaal niets over de kruisiging bevat en het iets jongere Evangelie van Philippus doet dat slechts in overdrachtelijke zin. Het spreekt van een Opstanding tijdens het leven. Er leefden dus blijkbaar vele Christenen, die niet geloofden dat Jezus ter delging van onze zonden aan het kruis was gestorven. Daarvan zijn ook de spokriefe Handelingen van Johannes een exposé.

De tekst die betrekking heeft op het lijden is van grote mystieke kracht, maar onbegrijpelijk voor mensen die niet de innerlijke, maar de uiterlijke weg volgen. Het geschrift viel destijds ten offer aan de veroordeling van de doceten, die meenden dat Jezus in een schijnlichaam had geleefd en dat slechts dat schijnlichaam was gekruisigd. Wie enigszins mystiek geschoold is begrijpt onmiddellijk dat hier wordt gedoeld op het innerlijke wezen van de ziel, dat gekruisigd is aan de stof.

Overmand door slaap
Machtige beelden gebruikt Johannes om dat te verwoorden. Na de dans vluchtten de mensen verdwaald en overmand door slaap alle kanten uit. Johannes begaf zich naar de Olijfberg en zag wenend hoe zijn meester aan het kruis werd gehangen. Maar in de duisternis die zich over de aarde uitspreidde ontmoette hij zijn Heer in een spelonk. "Hij verlichtte me en zei: Johannes voor de menigte daar beneden word ik gekruisigd en doorstoken met lansen en staven en drink ik gal en azijn en Hij liet mij een lichtend kruis zien en op het kruis was een grote veelvormige menigte en ik zag de Heer boven het kruis zonder uiterlijke gestalte, alleen met een stem. Dit kruis is de grens van alle dingen en het stevige markeringspunt van de vaststaande dingen. Dit is het kruis dat het Al stevig heeft verankerd door het Woord en dat afgegrensd heeft wat geworden is en wat van onderen is, en dat vervolgens ook, een zijnde, alles bevestigd heeft. Dit is niet het houten kruis dat je zult zien als je hier vandaan gaat. Ook ik ben het niet die aan het kruis hangt; die je niet ziet, maar van wie je alleen de stem hoort. Ik ben het niet, waarvan men het dacht, daar ik niet ben die ik voor velen ben.'

Hij stelde de bonte menigte rondom het kruis gelijk met de lagere natuur. "Niets van de dingen waarvan ze zullen spreken heb ik geleden. Integendeel, dat lijden wat ik jou en de anderen heb getoond bij het dansen, wil ik in een geheimenis noemen. Kijk naar mij op een waarachtige manier, dat ik niet ben wat ik zei, maar wat jullie in staat zijn te begrijpen.

Kortom, wat ze zeggen omtrent mij, is mij niet overkomen en wat ze niet zeggen, dat heb ik geleden."

Bewustzijnsgroei
Om de veroordeling van deze diepzinnige tekst te begrijpen is het nodig de groeiende Kerk te zien als de voorloper van wat destijds de nieuwe tijd was. De bevolking was bezig zijn mythologische bewustzijn te ontgroeien en een meer rationeel bewustzijn te ontwikkelen. De Kerk was een duidelijke exponent van deze bewustzijnsevolutie. Zij deed op dat tijdstip waarvoor zij gesticht was, namelijk de mensheid massaal in zijn groei naar het verstandbewustzijn geleiden en bijstaan. In de loop der eeuwen werd door het verstandsbewustzijn de materialistische wereld gecreeerd waar wij nu in leven. Ongetwijfeld was deze ontwikkeling een noodzakelijke overgangsfase van een doorgroeiend bewustzijn.

Tijdens de renaissance begon een mutatie, die in de aanloop naar de 21ste eeuw een veel massalere inhoud krijgt. Meer en meer wordt de mens zich bewust van zijn innerlijke waarde en hij begint te beseffen dat hij bezig is aan de vorming van een meer intuitief bewustzijn, waarin de grenzen van het verstandelijke worden overstegen. In veel gevallen leidt dit tot een drama voor de traditionele kerken. Krampachtig vasthouden aan verouderde leerstellingen en de ontkenning van geschriften, die destijds nog niet in hun volheid konden worden begrepen, is zeker strijdig met de van binnenuit geleide evolutie van de Geest.

Taal van de Ziel
Het lijkkleed van haar doem dat de kerk over de apokriefen trok bedekte zeker geen dood zonder einde. De wijsheid van de zogenaamde verboden boeken bevatten een verkwikkende wijsheid, waar steeds meer Christenen zich aan willen laven. De veroordeelde kruisigingsscene uit de Handelingen van Johannes bevat een boodschap die heden ten dage beter wordt begrepen dan destijds. De verschrikkingen van de kruisiging zoals die ons zijn overgeleverd zijn eigenlijk het evangelie van de goede boodschap onwaardig. Johannes beziet deze gebeurtenissen vanuit het perspectief van de ziel.

De ziel is het spanningsveld tussen lichaam en geest, het strijdperk waarin alles gebeurt. Het lijden van Jezus is het lijden van de ziel, die zich te ver heeft verwijderd van haar goddelijke oorsprong. Het vierarmige kruis omgrijpt de menigte zielen, die vastgeketend zijn aan het rad der geboorten en geen kans zien aan het onwrikbare tijdswiel te ontkomen. De Christus in de spelonk vertegenwoordigt de inwonende Geest en godsvonk, voor wie het aards gewemel slechts uiterlijke schijn is. Feilloos voelde de auteur van de Handelingen van Johannes dit aan.

Of de gesproken woorden historisch zijn of ontsproten aan de verbeelding van een romanschrijver doet niets terzake. Het gaat immers om de geest die uit de tekst spreekt en die is tot vandaag in staat elke onbevangen lezer te inspireren.

Als enige auteur van Christelijke origine sleept hij ons mee in de kosmische dans. Dans en bewegingsritme behoren tot de oudste uitingen van lichaamsmuziek. Op menselijke maat geven zij de dans weer van planeten om sterren, van zonnen om hun centrale middelpunt, van stelsels rondom stelsels. Reeds de oude Egyptenaren dansten om zich met God te kunnen verenigen. Het ervaren van het oerritme zit de mens in het bloed. Natuurvolkeren verenigen zich al dansend met de oerkrachten der natuur. Ritme is de grondslag van het leven. Waarom zou Jezus dan niet gedanst kunnen hebben?

Glorie aan U, Woord
Zijn dans met de discipelen drukte het algemeen menselijke heimwee naar hereniging met God uit. Dans en kruis staan tot elkaar in schrille tegenstelling. Waar het kruis de schijnwerkelijkheid representeert daar verenigt de mens zich al dansend met het oerritme van het Goddelijke Woord. Overduidelijk blijkt dit uit de prachtige hymne, die Jezus, al dansend met zijn leerlingen zong.

Glorie aan U, Vader.
Glorie aan U, Woord.
Glorie aan U, Glorie, Amen.
Glorie aan U, Geest.
Glorie aan U, Heilige.
Glorie aan U, Glorie. Amen.
Wij prijzen U, Vader.
Wij danken U, Licht,
waarin geen duisternis woont. Amen
Waarom we u danken, zal ik zeggen:
Gered wil ik worden en ik wil redden, Amen.
Bevrijd wil ik worden en ik wil bevrijden, Amen.
Gewond wil ik worden en ik wil verwonden, Amen.
Geboren wil ik worden en ik wil doen geboren worden, Amen.
Ik wil eten en ik wil gegeten worden, Amen.
Ik wil horen en ik wil gehoord worden, Amen.
Ik wil dat men aan mij denkt terwijl ik geheel denken ben, Amen.
Ik wil gewassen worden en ik wil wassen, Amen.
De genade danst.
Fluiten wil ik.
Laat allen dansen, Amen.
Klagen wil ik.
Laten allen zich op de borst slaan. Amen.
Het getal acht zingt met ons mee. Amen.
Het getal twaalf danst in de hoge, Amen.
Voor het Al in de hoge moet men dansen. Amen.
Die niet danst begrijpt niet wat er gebeurt. Amen.
Ik wil vluchten en ik wil blijven, Amen.
Ik wil mooi maken en ik wil mooi gemaakt worden, Amen.
Ik wil een worden en ik wil een maken, Amen.
Ik heb geen huis en ik heb huizen, Amen.
Ik heb geen plaats en ik heb plaatsen, Amen.
Een tempel heb ik niet en ik heb tempels, Amen.
Licht ben ik voor U, die me ziet, Amen.
Een spiegel ben ik voor U, die me kent, Amen.
Een deur ben ik voor U, die bij me aanklopt, Amen.
Een weg ben ik voor U, die rondzwerft. Amen.
Glorie aan U, Vader.
Glorie aan U, Woord,
Glorie aan U, Geest."